Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «juge a quo fait valoir » (Français → Néerlandais) :

L'appelante devant le juge a quo fait valoir qu'il n'appartient pas à la Cour de se prononcer sur des questions « théoriques, hypothétiques, inexistantes et/ou virtuelles » : dès lors que la décision attaquée et les pièces relatives à la contestation auraient bel et bien été déposées au greffe de la cour d'appel par la députation permanente, la question préjudicielle devrait être déclarée irrecevable.

De appellante voor de verwijzende rechter voert aan dat het niet aan het Hof staat zich uit te spreken over « theoretische, hypothetische, onbestaande en/of virtuele » vragen : aangezien de bestreden beslissing en de stukken met betrekking tot de betwisting wel degelijk ter griffie van het hof van beroep zouden zijn neergelegd door de bestendige deputatie, zou de prejudiciële vraag onontvankelijk moeten worden verklaard.


Le Conseil des ministres et le Service fédéral des Pensions, intimé devant le juge a quo, font valoir que la réponse à la question préjudicielle n'est pas utile à la solution du litige au fond, étant donné que l'article 30, § 1, de la loi du 29 juin 1981 n'est jamais entré en vigueur.

De Ministerraad en de Federale Pensioendienst, geïntimeerde voor de verwijzende rechter, voeren aan dat het antwoord op de prejudiciële vraag niet dienstig is voor de oplossing van het bodemgeschil, aangezien artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 nooit in werking is getreden.


Le juge a quo fait également une comparaison entre la première catégorie de travailleurs et les travailleurs qui bénéficient de l'application, depuis son entrée en vigueur, de l'article 49/1, alinéa 4, de la LCE, inséré par la loi du 27 mai 2013, en raison de l'absence d'effet rétroactif de cette disposition pour les procédures qui ne sont pas encore clôturées.

De verwijzende rechter maakt eveneens een vergelijking tussen de eerste categorie van werknemers en de werknemers die de toepassing genieten, sinds de inwerkingtreding ervan, van artikel 49/1, vierde lid, van de WCO, ingevoegd bij de wet van 27 mei 2013, wegens de ontstentenis van een retroactieve werking van die bepaling voor de procedures die nog niet zijn afgesloten.


Par son arrêt n° 162/2007 du 19 décembre 2007, auquel le juge a quo fait référence, la Cour a dit pour droit : « L'article 371 du Code des impôts sur les revenus 1992 viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il dispose que le délai de recours court à partir de la date d'envoi figurant sur l'avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation ».

Bij zijn arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007, waaraan de verwijzende rechter refereert, heeft het Hof voor recht gezegd : « Artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat de beroepstermijn begint te lopen op de datum van verzending die voorkomt op het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat ».


Il ressort du mémoire déposé devant la Cour par la personne qui a porté plainte et s'est constituée partie civile devant le juge a quo, ainsi que du dossier de pièces qui l'accompagne, qu'au moment des faits à l'origine de la saisie du juge a quo, cette personne avait mis fin au contrat de cohabitation légale qu'elle avait conclu avec l'auteur présumé de ces faits.

Uit de memorie die bij het Hof is neergelegd door de persoon die een klacht heeft ingediend en die zich burgerlijke partij heeft gesteld voor de verwijzende rechter, alsook uit het dossier met de erbij gevoegde stukken, blijkt dat die persoon, op het ogenblik van de feiten die aan de oorsprong van de aanhangigmaking van de zaak bij de verwijzende rechter liggen, het contract van wettelijke samenwoning had beëindigd dat hij met de vermoedelijke dader van die feiten had gesloten.


Les faits de la cause dont est saisi le juge a quo, les motifs de la décision de renvoi et la formulation de la question préjudicielle permettent de déduire que le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de la disposition en cause avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle une cotisation distincte doit être appliquée au contribuable qui n'a pas justifié les sommes de la manière prescrite, lorsque le bénéficiaire des sommes en question n'a pas été identifié de manière univoque au plus tard dans un délai de 2 ans et 6 mois à ...[+++]

Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, de motieven van de verwijzingsbeslissing en de bewoordingen van de prejudiciële vraag kan worden afgeleid dat de verwijzende rechter van het Hof wenst te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de interpretatie dat een afzonderlijke aanslag moet worden toegepast op de belastingplichtige die de bedragen niet op de voorgeschreven wijze heeft verantwoord, wanneer de verkrijger van die bedragen niet op ondubbelzinnige wijze werd geïdentificeerd uiterlijk binnen twee jaar en zes maanden volgend op 1 januari van het betreffende a ...[+++]


La commune de Perwez fait valoir que la disposition en cause ne s'applique pas au litige pendant devant le juge a quo puisque le législateur a décidé, dans la loi-programme du 10 août 2015, de mettre fin à l'exemption de l'impôt des sociétés prévue par l'article 180 du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 1992) au profit des intercommunales.

De gemeente Perwijs doet gelden dat de in het geding zijnde bepaling niet van toepassing is op het voor de verwijzende rechter hangende geschil omdat de wetgever heeft beslist, in de programmawet van 10 augustus 2015, een einde te maken aan de vrijstelling van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 180 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) ten gunste van de intercommunales.


Le Conseil des ministres fait valoir que la réponse à la question préjudicielle n'est pas utile à la solution du litige devant le juge a quo, dès lors que ce dernier a estimé que la partie demanderesse était occupée en tant qu'ouvrier, de sorte que l'article 82 de la loi relative aux contrats de travail ne lui est pas applicable.

De Ministerraad voert aan dat het antwoord op de prejudiciële vraag niet nuttig is voor de oplossing van het geschil voor de verwijzende rechter, nu deze laatste heeft geoordeeld dat de eisende partij als arbeider was tewerkgesteld, zodat artikel 82 van de Arbeidsovereenkomstenwet niet op hem van toepassing is.


Le juge a quo demande à la Cour si la différence de traitement entre étrangers, selon la nature de l'infraction pour laquelle ils ont été condamnés, est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution (première question préjudicielle), et si ces articles constitutionnels sont violés lorsque les dispositions en cause sont interprétées en ce sens qu'en cas de condamnation pour une infraction à la législation sociale, aucun pouvoir d'appréciation n'est laissé au juge pour décider si les faits qui se trouvent à l'origine de la condamnation pénale doi ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het verschil in behandeling van vreemdelingen, naar gelang van de aard van de inbreuk waarvoor zij zijn veroordeeld, verenigbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (eerste prejudiciële vraag), en of die grondwetsartikelen worden geschonden wanneer de in het geding zijnde bepalingen in die zin worden geïnterpreteerd dat bij een veroordeling op grond van een inbreuk op de sociale wetgeving aan de rechter geen beoordelingsvrijheid wordt gelaten om te oordelen of de feiten die aan de strafrechtelijke veroordeling ten grondslag liggen, dienen te worden aangemerkt als gewichtige ...[+++]


Quant aux incrustations carrées ou triangulaires figurant sur les surfaces supérieures de ces tablettes, Procter Gamble fait valoir que, contrairement à ce qu’a jugé le Tribunal, elles ne constituent pas des solutions venant naturellement à l’esprit, mais modifient sensiblement l’aspect desdites tablettes et, de ce fait, contribuent au moins à influencer la perception qu’en a le consommateur.

Met betrekking tot de vierkante of driehoekige inzetstukken op de bovenzijde van deze tabletten stelt Procter Gamble dat, anders dan het Gerecht heeft geoordeeld, deze inzetstukken niet een voor de hand liggende oplossing zijn, maar het voorkomen van deze tabletten merkbaar wijzigen en daardoor minstens ertoe bijdragen dat invloed wordt uitgeoefend op de perceptie van de consument.




D'autres ont cherché : devant le juge a quo fait valoir     devant le juge     font     font valoir     juge     quo fait     auquel le juge     court à partir     moment des faits     saisi le juge     faits     mois à partir     perwez fait     perwez fait valoir     des ministres fait     ministres fait valoir     qu’a jugé     procter gamble fait     gamble fait valoir     juge a quo fait valoir     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

juge a quo fait valoir ->

Date index: 2023-11-01
w