Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "juge a quo pourraient " (Frans → Nederlands) :

Il ressort du mémoire déposé devant la Cour par la personne qui a porté plainte et s'est constituée partie civile devant le juge a quo, ainsi que du dossier de pièces qui l'accompagne, qu'au moment des faits à l'origine de la saisie du juge a quo, cette personne avait mis fin au contrat de cohabitation légale qu'elle avait conclu avec l'auteur présumé de ces faits.

Uit de memorie die bij het Hof is neergelegd door de persoon die een klacht heeft ingediend en die zich burgerlijke partij heeft gesteld voor de verwijzende rechter, alsook uit het dossier met de erbij gevoegde stukken, blijkt dat die persoon, op het ogenblik van de feiten die aan de oorsprong van de aanhangigmaking van de zaak bij de verwijzende rechter liggen, het contract van wettelijke samenwoning had beëindigd dat hij met de vermoedelijke dader van die feiten had gesloten.


Contrairement à ce que soutiennent les parties demanderesses devant le juge a quo, il ne pourrait être déduit de la seule application des dispositions en cause qui déterminent un montant forfaitaire global pour l'allocation de base « Rétribution des avocats chargés de l'aide juridique », en ce qu'elles pourraient éventuellement avoir pour conséquence une baisse de la valeur du point indemnisant les avocats concernés, qu'elles ont effectivement pu avoir une incidence sur les prestations qui ont été accomplies avant qu'elles aient été a ...[+++]

In tegenstelling tot hetgeen de eisende partijen voor de verwijzende rechter aanvoeren, zou uit de loutere toepassing van de in het geding zijnde bepalingen waarbij een globaal forfaitair bedrag voor de basisallocatie « Vergoedingen van de advocaten belast met de gerechtelijke bijstand » wordt vastgesteld, in zoverre zij eventueel een waardevermindering van het punt betreffende de vergoeding van de betrokken advocaten tot gevolg zouden kunnen hebben, niet kunnen worden afgeleid dat die daadwerkelijk een weerslag kunnen hebben gehad op de prestaties die zijn verricht, voordat zij waren aangenomen.


Lorsque le dommage consistant en une incapacité de travail et une perte de revenus peut être qualifié de perte d'une chance, les victimes pourraient recevoir, selon le juge a quo, une indemnisation plus élevée que lorsque ce même préjudice est qualifié de dommage réellement subi (première question préjudicielle).

Wanneer de schade bestaande uit arbeidsongeschiktheid en inkomstenverlies als verlies van een kans wordt gekwalificeerd, zouden de slachtoffers volgens de verwijzende rechter een hogere vergoeding kunnen ontvangen dan wanneer dezelfde schade als een werkelijk geleden schade wordt gekwalificeerd (eerste prejudiciële vraag).


Selon la partie demanderesse devant le juge a quo et la partie intervenante, les dispositions en cause pourraient recevoir la même interprétation conforme à la Constitution.

Volgens de eisende partij voor de verwijzende rechter en de tussenkomende partij zouden de in het geding zijnde bepalingen op dezelfde, grondwetsconforme wijze kunnen worden uitgelegd.


En posant les deux questions préjudicielles, le juge a quo souhaite savoir si l'article 464/1, § 8, alinéa 5, du Code d'instruction criminelle (première question) et l'article 1675/13, § 3, premier tiret, du Code judiciaire (seconde question), sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe de confiance, en ce que des personnes dont la procédure en règlement collectif de dettes était toujours en cours au jour de l'entrée en vigueur de ces dispositions ne pourraient plus, depuis cette date, obt ...[+++]

Met de beide prejudiciële vragen wenst de verwijzende rechter te vernemen of artikel 464/1, § 8, vijfde lid, van het Wetboek van strafvordering (eerste vraag) en artikel 1675/13, § 3, eerste streepje, van het Gerechtelijk Wetboek (tweede vraag), bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het vertrouwensbeginsel, doordat personen die zich op de datum van inwerkingtreding van die bepalingen bevonden in een procedure van collectieve schuldenregeling, sinds die datum geen kwijtschelding meer zouden kunnen verkrijgen van penale boeten en van onderhoudsschulden, terwijl dat voor personen ten aanzien va ...[+++]


Il ressort des motifs du jugement rendu par le juge a quo que, d'après les éléments du dossier, la présomption de paternité du mari de la mère établie en l'espèce à l'égard du demandeur devant le juge a quo ne correspond ni à la vérité biologique, ni à la vérité socio-affective.

Uit de motivering van het vonnis van de verwijzende rechter blijkt dat, volgens de elementen van het dossier, het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot van de moeder dat te dezen was vastgesteld ten aanzien van de eiser voor de verwijzende rechter, niet overeenstemt met de biologische waarheid, noch met de socio-affectieve waarheid.


En ce qui concerne l'affaire n° 6166, la partie demanderesse devant le juge a quo indique que le juge a quo a décidé de déclarer irrecevable sa nouvelle requête, pour identité d'objet avec celle ayant donné lieu aux questions préjudicielles, et qu'un appel a été introduit contre cette décision; une nouvelle requête a été introduite, et a une nouvelle fois été déclarée irrecevable par le juge a quo.

Wat de zaak nr. 6166 betreft, geeft de eisende partij voor de verwijzende rechter aan dat de verwijzende rechter heeft beslist haar nieuwe verzoekschrift onontvankelijk te verklaren omdat het onderwerp ervan identiek is aan hetwelk aanleiding heeft gegeven tot de prejudiciële vragen, en dat tegen die beslissing hoger beroep is ingesteld; andermaal is een verzoekschrift ingediend en opnieuw heeft de verwijzende rechter het onontvankelijk verklaard.


Il ressort des informations fournies par les parties que la commune d'Ixelles, partie demanderesse devant le juge a quo, a introduit devant le juge a quo de nouvelles requêtes en expropriation sur la base des arrêtés du 9 juillet 2015.

Uit de gegevens die de partijen hebben meegedeeld, blijkt dat de gemeente Elsene, eisende partij voor de verwijzende rechter, voor die laatste rechter nieuwe verzoekschriften tot onteigening heeft ingediend op grond van de besluiten van 9 juli 2015.


La Cour est interrogée sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 31 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises (ci-après : LCE) en ce qu'il proscrit les saisies pratiquées du chef des créances sursitaires en cours de sursis, sans viser les hypothèques légales de l'administration fiscale, alors que, d'après le juge a quo, celles-ci auraient, dans les faits, le même effet d'indisponibilité du patrimoine que les saisies immobilières conservatoires et conféreraient à l'administration fiscale un rang prioritaire alors que les autres créanciers ne ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 31 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (hierna : WCO) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het verbiedt om tijdens de opschorting beslag te leggen voor schuldvorderingen in de opschorting, zonder de wettelijke hypotheken van de belastingadministratie te beogen, terwijl die, volgens de verwijzende rechter, in de feiten hetzelfde gevolg van onbeschikbaarheid van het vermogen zouden hebben als het bewarend beslag op onroerend goed en aan de belastingadministratie een prioritaire rang zouden verlenen terwijl de ...[+++]


Le juge a quo estime qu'une discrimination pourrait provenir de la circonstance que « ni l'article 1153, alinéa 5, du Code civil, ni l'article 74 ou d'autres dispositions de la loi sur les pratiques du marché et la protection des consommateurs ne peuvent être [appliqués] » au contrat de transport conclu avec la SNCB, alors que ces dispositions pourraient l'être dans le cadre d'un contrat de transport conclu entre une société privée de transport et un voyageur.

De verwijzende rechter is van mening dat een discriminatie zou kunnen voortvloeien uit de omstandigheid dat « noch artikel 1153, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, noch artikel 74 of andere bepalingen van de wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming kunnen worden toegepast » op de met de NMBS gesloten vervoerovereenkomst, terwijl die bepalingen dat wel zouden kunnen in het kader van een vervoerovereenkomst gesloten tussen een private vervoermaatschappij en een reiziger.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

juge a quo pourraient ->

Date index: 2023-11-27
w