E
n posant la seconde question
préjudicielle, les juges a quo demandent si les articles 568, 602, 608, 1050 et 1073 du Code judiciaire sont compatibles avec l'article 13 de la Constitution, combiné avec les articles 146 et 160 de la Constitution, avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec le principe général de l'indépendance et de l'impartialité du juge, en ce que la décision du juge du
fond qui peut être saisi ...[+++] d'une action en responsabilité concernant un acte juridictionnel de la Cour de cassation est soumise au contrôle de la Cour de cassation.Met de tweede prejudiciële vraag w
ensen de verwijzende rechters te vernemen of de artikelen 568, 602, 608, 1050 en 1073 van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar zijn met artikel 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 146 en 160 ervan, met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met het algemeen rechtsbeginsel van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter, in zoverre de beslissing van de rechter ten gronde aan wie een aansprakelijkheidsvordering wegens een rechtsprekende handeling van he
...[+++]t Hof van Cassatie ter beoordeling kan worden voorgelegd, wordt onderworpen aan het toezicht van het Hof van Cassatie.