En l'espèce, la question vise l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 30 juin 1998 précité, qui ne relève pas de la compétence de la Cour, et l'article 36 du décret du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la jeunesse qui, comme l'indiquent la question et la motivation du jugement a quo, consacre le caractère supplétif et complémentaire de l'aide octroyée par la Communauté française par rapport à celle octroyée par le C. P.A.S.
Te dezen beoogt de vraag het voormelde besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 30 juni 1998, dat niet onder de bevoegdheid valt van het Hof, en artikel 36 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd dat, zoals in de vraag en de motivering van het verwijzingsvonnis wordt aangegeven, het aanvullende en bijkomende karakter verankert van de hulpverlening die wordt toegekend door de Franse Gemeenschap in vergelijking met de hulpverlening die wordt toegekend door het O.C. M.W.