Il n'appartient pas à la Cour mais au juge compétent d'apprécier in concreto si le travailleur qui ne cesse d'exercer que l'une de ses activités professionnelles mais continue à en exercer une autre satisfait à la condition posée à l'article 100, § 1, de la loi AMI qui exige que sa capacité de gain ait été réduite de deux tiers ou davantage.
Het staat niet aan het Hof, maar aan de bevoegde rechter, om in concreto te beoordelen of de werknemer die slechts één van zijn beroepsactiviteiten stopzet, maar er een andere blijft uitoefenen, voldoet aan de in artikel 100, § 1, van de ZIV-Wet bepaalde voorwaarde dat zijn vermogen tot verdienen met twee derden of meer is afgenomen.