Art. 18. Si l'une des parties considère que les relations entre la délégation syndicale et l'employeur ne sont pas fidèles à l'esprit des articles 2 à 4 de la présente convention, elle peut saisir le bureau de conciliation. Celui-ci peut émettre toute recommandation qu'il juge utile par rapport au litige, pour rétablir la concertation sociale.
Art. 18. Als één van de partijen van mening is dat de betrekkingen tussen de vakorganisatie en de werkgever niet meer trouw zijn aan de geest van de artikelen 2 tot 4 van deze overeenkomst, kan die het verzoeningsbureau samenroepen en elke aanbeveling doen die hij nodig acht tegenover het geschil, om het sociaal overleg te herstellen.