Le juge a quo pose deux questions préjudicielles concernant la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 1, §§ 1 à 4, de la loi du 22 juin 1960 instaurant le repos hebdomadaire dans l'artisanat et le commerce, d'une part, et des articles 1, 2 et 4, § 1, f), de la loi du 24 juillet 1973 instaurant la fermeture obligatoire du soir dans le commerce, l'artisanat et les services, d'autre part.
De verwijzende rechter stelt twee prejudiciële vragen over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van, eensdeels, artikel 1, §§ 1 tot 4, van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht en, anderdeels, de artikelen 1, 2 en 4, § 1, f), van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening.