La modification apportée à l'article 171 par la loi du 20 juillet 1991 avait pour but, ainsi qu'il ressort des travaux préparatoires, de préciser qu'un « employeur qui n'a pas respecté les obligations imposées par la loi [.] ne peut donc se prévaloir de l'illégalité de la situation pour apporter la preuve du contraire » (Doc. parl., Sénat, 1990-1991, n° 1374-1, p. 39).
De bij de wet van 20 juli 1991 in artikel 171 aangebrachte wijziging had tot doel, zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding, te preciseren dat « een werkgever die de verplichtingen, opgelegd door de wet, niet heeft nageleefd [.] bijgevolg zijn onwettige toestand niet kan laten voorgaan door het bewijs van het tegendeel aan te brengen » (Parl. St., Senaat, 1990-1991, nr. 1374-1, p. 39).