Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "juin 2006 précité " (Frans → Nederlands) :

§ 1. Les professeurs de religion et de morale non confessionnelle visés aux 1°, 2°, 3°, 4° et 5° du § 1 de l'article 293septdecies/5, voient leurs anciennetés de fonction et de service acquises respectivement auprès du Pouvoir organisateur dans le cadre du décret du 10 mars 2006 précité ou du 6 juin 1994 précité, réputées comme ancienneté de fonction acquise au sens de l'article 34 du décret du 6 juin 1994 précité en qualité de professeurs de philosophie et de citoyenneté, respectivement au degré inférieur ou supérieur selon le cas.

§ 1. De ambtsanciënniteit en de dienstanciënniteit van de leraren godsdienst en niet confessionele zedenleer, bedoeld in 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van § 1 van artikel 293septdecies/5, die bij de inrichtende macht, respectief in het kader van het voormelde decreet van 10 maart 2006 of van het voormelde decreet van 6 juni 1994 werden verworven, worden geacht een ambtsanciënniteit te zijn in de zin van artikel 34 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, als leraar filosofie en burgerzin, respectief in de lagere graad of in de hogere graad, ...[+++]


4° au(x) membre(s) du personnel en activité de service au 30 juin 2017, ayant acquis une ancienneté de 150 jours au moins, dans une fonction de professeurs de religion ou de morale non confessionnelle, respectivement au degré inférieur ou supérieur, et revêtant la qualité de temporaire, au sens respectivement, pour les professeurs de morale non confessionnelle, de l'article 20 du décret du 6 juin 1994 précité et pour les professeurs de religion, de l'article 20, § 1, du décret du 10 mars 2006 ...[+++]

4° aan de personeelsleden die op 30 juni 2017 in actieve dienst waren, die een anciënniteit van minstens 150 dagen tellen, in een ambt van leraar godsdienst of niet confessionele zedenleer, respectief in de lagere of hogere graad, als tijdelijk personeelslid, in de zin van, respectief, voor de leraren niet confessionele zedenleer, artikel 20 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, en, voor de leraren godsdienst, van artikel 20, § 1, van het voormelde decreet van 10 maart 2006, op voorwaarde dat zij :


5° au(x) membre(s) du personnel en activité de service au 30 juin 2017, ayant acquis une ancienneté de 150 jours au moins, dans une fonction de professeurs de religion ou de morale non confessionnelle, respectivement au degré inférieur ou supérieur, et revêtant la qualité de temporaire, au sens respectivement, pour les professeurs de morale non confessionnelle, de l'article 20 du décret du 6 juin 1994 précité et pour les professeurs de religion, de l'article 20, § 1, du décret du 10 mars 2006 ...[+++]

5° aan de personeelsleden die op 30 juni 2017 in actieve dienst waren, die een anciënniteit van minstens 150 dagen tellen, in een ambt van leraar godsdienst of niet confessionele zedenleer, respectief in de lagere of hogere graad, als tijdelijk personeelslid, in de zin van, respectief, voor de leraren niet confessionele zedenleer, artikel 20 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, en, voor de leraren godsdienst, van artikel 20, § 1, van het voormelde decreet van 10 maart 2006, op voorwaarde dat zij :


7 JUILLET 2016. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 16 janvier 2013 portant nomination des présidents des instances d'avis oeuvrant dans les secteurs culturels et des vice-présidents des instances d'avis relevant du secteur professionnel des arts de la scène La Ministre de la Culture, Vu le décret du 10 avril 2003 relatif au fonctionnement des instances d'avis oeuvrant dans le secteur culturel, notamment l'article 3, § 3, alinéa 1; Vu le décret du 11 janvier 2008 portant ratification de l'arrêté du 23 juin 2006 instituant les missions, la composition et les aspects essentiels de fonctionnement d'instances d'avis tombant dans le champ d'application du décret du 10 avril 2003 relatif au fonctionnement des instances d'avis ...[+++]

7 JULI 2016. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 16 januari 2913 tot benoeming van de voorzitters van de adviesinstanties die werkzaam zijn in de culturele sector en van de ondervoorzitters van de adviesinstanties die onder de beroepssector van de podiumkunsten ressorteren De Minister van Cultuur, Gelet op het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, inzonderheid op artikel 3, § 3, eerste lid; Gelet op het decreet van 11 januari 2008 houdende bekrachtiging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006 ...[+++]bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006 tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, inzonderheid op artikel 42; Gelet op het ministerieel besluit van 16 januari 2013 tot benoeming van de voorzitters van de adviesinstanties die werkzaam zijn in de culturele sector en van de ondervoorzitters van de adviesinstanties die onder de beroepssector van de podiumkunsten ressorteren; Gelet op de voorstellen ingediend door de adviesinstanties op basis van artikel 3, § 3, eerste lid, van het voornoemde decreet van 10 april 2003 en van artikel 42 van het voornoemde besluit van 23 juni 2006; Overwegende dat de personen die tot voorzitter en ondervoorzitter benoemd worden over de bevoegdheden en de kennis van de sector beschikken, die vereist worden om deze ambten te voeren,


Dans l'hypothèse où le Pouvoir organisateur devrait départager plusieurs candidats, il lui revient de désigner celui qui a acquis la plus grande ancienneté de service auprès de lui, calculée respectivement, pour les maîtres de morale non confessionnelle, conformément à l'article 34 du décret du 6 juin 1994 précité, et pour les maîtres de religion, à l'article 18 du décret du 10 mars 2006 précité; 4° au(x) membre(s) de son personnel désigné(s) dans une fonction de maître de religion ou de mora ...[+++]

Als de inrichtende macht tussen verschillende kandidaten moet kiezen, moet zij de kandidaat aanstellen die de grootste dienstanciënniteit bij haar heeft verworven, respectief berekend, voor de leermeesters niet confessionele zedenleer, overeenkomstig artikel 34 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, en, voor de leermeesters godsdienst, overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst. 4° aan haar personeelsleden die aangesteld zijn in een am ...[+++]


Dans l'hypothèse où le Pouvoir organisateur devrait départager plusieurs candidats, il lui revient de désigner celui qui a acquis la plus grande ancienneté de service auprès de lui, calculée respectivement, pour les maîtres de morale non confessionnelle, conformément à l'article 34 du décret du 6 juin 1994 précité, et pour les maîtres de religion, à l'article 18 du décret du 10 mars 2006 précité; 5° au(x) membre(s) de son personnel ayant acquis une ancienneté de 150 jours au moins, dans une f ...[+++]

Als de inrichtende macht tussen verschillende kandidaten moet kiezen, moet zij de kandidaat aanstellen die de grootste dienstanciënniteit bij haar heeft verworven, respectief berekend, voor de leermeesters niet confessionele zedenleer, overeenkomstig artikel 34 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, en, voor de leermeesters godsdienst, overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst. 5° aan haar personeelsleden die een anciënniteit van ten ...[+++]


Dans l'hypothèse où le Pouvoir organisateur devrait départager plusieurs candidats, il lui revient de désigner celui qui a acquis la plus grande ancienneté de service auprès de lui, calculée respectivement, pour les maîtres de morale non confessionnelle, conformément à l'article 34 du décret du 6 juin 1994 précité, et pour les maîtres de religion, à l'article 18 du décret du 10 mars 2006; 3° au(x) membre(s) de son personnel désigné(s) dans une fonction de maître de religion ou de morale non confessionnelle au cours de l'année scolair ...[+++]

Als de inrichtende macht tussen verschillende kandidaten moet kiezen, moet zij de kandidaat aanstellen die de grootste dienstanciënniteit bij haar heeft verworven, respectief berekend, voor de leermeesters niet confessionele zedenleer, overeenkomstig artikel 34 van het voormelde decreet van 6 juni 1994, en, voor de leermeesters godsdienst, overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst. 3° aan haar personeelsleden die aangesteld zijn in een am ...[+++]


28 AVRIL 2016. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 16 janvier 2013 portant nomination des présidents des instances d'avis oeuvrant dans le secteur culturel et des vice-présidents des instances d'avis relevant du secteur professionnel des arts de la scène La Ministre de la Culture, Vu le décret du 10 avril 2003 relatif au fonctionnement des instances d'avis oeuvrant dans le secteur culturel, notamment l'article 3, § 3, alinéa 1 ; Vu le décret du 11 janvier 2008 portant ratification de l'arrêté du 23 juin 2006 instituant les missions, la composition et les aspects essentiels de fonctionnement d'instances d'avis tombant dans le champ d'application du décret du 10 avril 2003 relatif au fonctionnement des instances d'avis oe ...[+++]

28 APRIL 2016. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 januari 2013 tot benoeming van de voorzitters van de adviesinstanties die werkzaam zijn in de culturele sector en van de ondervoorzitters van de adviesinstanties die onder de beroepssector van de podiumkunsten ressorteren De Minister van Cultuur, Gelet op het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, inzonderheid op artikel 3, § 3, eerste lid; Gelet op het decreet van 11 januari 2008 houdende bekrachtiging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006 ...[+++]bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006 tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, inzonderheid op artikel 42; Gelet op het ministerieel besluit van 16 januari 2013 tot benoeming van de voorzitters van de adviesinstanties die werkzaam zijn in de culturele sector en van de ondervoorzitters van de adviesinstanties die onder de beroepssector van de podiumkunsten ressorteren; Gelet op de voorstellen ingediend door de adviesinstanties op basis van artikel 3, § 3, eerste lid, van het voornoemde decreet van 10 april 2003 en van artikel 42 van het voornoemde besluit van 23 juni 2006; Overwegende dat de personen die tot voorzitter en ondervoorzitter benoemd worden over de bevoegdheden en de kennis van de sector beschikken, die vereist zijn om deze ambten uit te oefenen,


Ce caractère distinctif doit être apprécié, d’une part, par rapport aux produits ou aux services pour lesquels l’enregistrement est demandé et, d’autre part, par rapport à la perception qu’en a le public pertinent (voir, notamment, arrêts Henkel/OHMI, précité, point 35; du 22 juin 2006, Storck/OHMI, C‑25/05 P, Rec. p. I‑5719, point 25, et Develey/OHMI, précité, point 79).

Dit onderscheidend vermogen moet enerzijds worden beoordeeld met betrekking tot de waren of diensten waarvoor de inschrijving is aangevraagd, en anderzijds met betrekking tot de perceptie ervan door het relevante publiek (zie onder meer arrest Henkel/BHIM, reeds aangehaald, punt 35; arrest van 22 juni 2006, Storck/BHIM, C‑25/05 P, Jurispr. blz. I‑5719, punt 25, en arrest Develey/BHIM, reeds aangehaald, punt 79).


38 Dans ces conditions, seule une marque qui, de manière significative, diverge de la norme ou des habitudes du secteur et, de ce fait, est susceptible de remplir sa fonction essentielle d’origine n’est pas dépourvue de caractère distinctif au sens de l’article 7, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94 (arrêts Mag Instrument/OHMI, précité, point 31, et du 22 juin 2006, Storck/OHMI, C‑25/05 P, précité, point 28).

Alleen een merk dat op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is, en derhalve de wezenlijke functie van herkomstaanduiding vervult, heeft dus onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 (arresten Mag Instrument/BHIM, reeds aangehaald, punt 31, en 22 juni 2006, Storck/BHIM, C‑25/05 P, reeds aangehaald, punt 26).




Anderen hebben gezocht naar : juin     mars     mars 2006 précité     juin 1994 précité     juin 2006 précité     arrêts henkel ohmi précité     instrument ohmi précité     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

juin 2006 précité ->

Date index: 2021-10-23
w