Parallèlement, en juin 2008, la Commission a formé en tant que représentante de l’Union européenne (à l’époque la Communauté européenne) une demande devant le tribunal de commerce de Bruxelles (Belgique), réclamant à Otis, Kone, Schindler et ThyssenKrupp un montant de 7 061 688 euros au titre du préjudice subi.
De Commissie heeft ook in juni 2008 als vertegenwoordiger van de Europese Unie (toen nog Europese Gemeenschap) bij de Rechtbank van koophandel te Brussel een vordering ingesteld, waarbij van Otis, Kone, Schindler en ThyssenKrupp een schadevergoeding van 7 061 688 EUR wordt gevorderd.