8. engage les États membres de l'UE à coopérer pleinement avec la future Cour et à respecter le principe de complémentarité par rapport aux juridictions pénales nationales établi par le Statut de Rome en édifiant une législation nationale forte qui permette une coopération efficace avec la CPI en matière d'enquête, de poursuite et de jugement des génocides, des crimes contre l’humanité, des crimes de guerre et, une fois qu’ils auront été définis, des crimes d’agression;
8. verzoekt de EU-lidstaten volledig met het toekomstige Strafhof samen te werken en zich te houden aan het beginsel van complementariteit ten opzichte van nationale rechtsmachten in strafrechtelijke aangelegenheden zoals vastgelegd in het Statuut van Rome, en dit door middel van de goedkeuring van geëigende nationale wetten voor efficiënte samenwerking met het Strafhof, onderzoek, vervolging en berechting van volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en, wanneer daarvoor een definitie is gevonden, misdaden van agressie;