27. affirme que la future directive relative à l'aide juridique devrait s'appliquer de la même manière à l'ensemble des suspects et des personnes poursuivies visés par une enquête ou poursuivis par le Parquet européen; appelle les États membres, en l'absence de directive européenne, à garantir un accès effectif à l'aide juridique conformément aux droits nationaux applicables;
27. bevestigt dat de toekomstige richtlijn inzake rechtsbijstand gelijkelijk van toepassing moet zijn voor alle verdachten en beklaagden tegen wie het EOM onderzoek of vervolging heeft ingesteld; roept alle lidstaten op om bij uitblijven van een EU-richtlijn een doeltreffende toegang tot rechtshulp in overeenstemming met de relevante nationale wetgeving te waarborgen;