La question se pose de savoir
si un tel fondement juridique existe effectivement en l'occurrence, sauf à admettre que le traitement des données à caractère personnel concernées est inévitable pour que l'obligation de déclaration et les mesures prophylactiques, visées aux articles 12, 13 et
14 de l'ordonnance, puissent s'appliquer et que l'habilitation à régler le traitement des données à caractère personnel est, par conséquent, contenue implicitement dans l'habilitation prévue à l'article 12, § 4, de l'ordonnance, ou dans le pouvoir g
...[+++]énéral d'exécution dont dispose le Collège réuni en vertu de l'article 20 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, combiné avec l'article 69, alinéa 2, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises, lu en combinaison avec les articles 13 ou 14 de l'ordonnance.Het is zeer de vraag of een d
ergelijke rechtsgrond hier wel voorhanden is, tenzij aangenomen wordt dat het verwerken van de betrokken persoonsgegevens onvermijdelijk is om de aangifteplicht en de profylactische maatregelen bedoeld in de artikelen 12, 13 en 14 van de ordonnantie werkzaam te kunnen maken en dat de machtiging om regels te bepalen inzake de verwerking van de persoonsgegevens bijgevolg impliciet vervat is in de machtiging bepaald in artikel 12, § 4, van de ordonnantie, of in de algemene uitvoeringsbevoegdheid waarover het Verenigd College beschikt op grond van artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervormin
...[+++]g der instellingen juncto artikel 69, tweede lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gelezen in samenhang met de artikelen 13 of 14 van de ordonnantie.