L. considérant que la directive 2001/29/CE fournit un encadrement juridique harmonisé du droit d'auteur et des droits voisins, ainsi qu'un système effectif et rigoureux pour leur protection; considérant que l'article 5 de ladite directive fait la liste exhaustive des exceptions et limitations, ce qui empêche les États membres d'en prévoir de nouvelles; considérant que l'ACAC cherche à encore étendre le niveau de protection en faveur des détenteurs de droits en prévoyant la possibilité d'élargir les compétences e
n ce qui concerne l'application de ces droits, mais qu'il n'évoque pas la possibilité d'accroître les exceptions et limitation
...[+++]s en vigueur et qu'il peut donc entraver la latitude dont jouissent les juridictions nationales pour interpréter de façon souple les exceptions existantes; considérant que les progrès techniques ont multiplié et diversifié les vecteurs de la création, de la production et de l'exploitation des œuvres de création et qu'un juste équilibre entre les intérêts des détenteurs de droits et des usagers requiert d'adopter de nouvelles approches pour la libéralisation de l'accès aux œuvres par les techniques numériques; considérant que la Commission prépare une proposition législative sur les œuvres orphelines afin de faciliter la numérisation et la diffusion des produits culturels en Europe; L. overwegende dat Richtlijn 2001/29/EG in een geharmoniseerd wetgevingskader voor auteursrechten en aanverwante rechten, alsook een rigoureus en doeltreffend systeem voor de bescherming daarvan voorziet; overwegende dat in artikel 5 van de richtlijn een exhaustieve opsomming van uitzonderingen en beperkingen bevat, hetgeen de mogelijkheden van de lidstaten om in nieuwe uitzonderingen en beperkingen te voorzien, beperkt; overwegende dat ACTA de bescherming van houders van rechten verder beoogt uit
te breiden door in ruimere bevoegdheden tot handhaving van het auteursrecht te voorzien, maar geen rekening houdt met de mogelijkheid om de
...[+++]bestaande uitzonderingen en beperkingen uit te breiden en zo de vrijheid van nationale rechtbanken om de bestaande uitzonderingen flexibel te interpreteren, kan inperken; overwegende dat de technologische vooruitgang de vectoren voor schepping, productie en exploitatie in aantal en verscheidenheid heeft doen toenemen en dat een billijk evenwicht tussen de belangen van houders van rechten en gebruikers nieuwe benaderingen van het vrijmaken van de toegang tot deze werken door middel van digitale technologie vereist; overwegende dat de Commissie een wetgevingsvoorstel betreffende verweesde werken aan het opstellen is om de digitalisering en verspreiding van culturele werken in Europa te bevorderen,