Par conséquent, le montant du droit alloué à l'huissier de justice pour toute sommation avec menace de poursuites faite par lettre, tel que prévu par l'article 7 de l'arrêté royal du 30 novembre 1976 précité, fixant le tarif des actes accomplis par les huissiers de justice en matière civile et commerciale ainsi que celui de certaines allocations, doit, en matière de recouvrement amiable de dettes du consommateur et sous réserve de la jurisprudence des cours et tribunaux, être lu en lien avec les obligations générales de la loi du 20 décembre 2002 précitée.
Bijgevolg moet het bedrag dat aan de gerechtsdeurwaarder wordt toegekend voor elke aanmaning per brief waarin met vervolging wordt gedreigd, zoals bedoeld in artikel 7 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen, inzake de minnelijke invordering van schulden van de consument en onder voorbehoud van de rechtspraak van hoven en rechtbanken, samen worden gelezen met de algemene verplichtingen van voornoemde wet van 20 december 2002.