Au point 5.1.3. de la circulaire du 2 février 1993 concernant la loi précitée, la notion de «prêter main-forte» est expliquée en détail, en ce sens que la mission qui incombe au service de police requis consiste à protéger l'huissier de justice contre toute atteinte à son intégrité physique et à prendre les dispositions pour qu'il puisse lui-même lever les difficultés et obstacles qui entravent l'exécution de sa mission.
Onder het punt 5.1.3. van de omzendbrief van 2 februari 1993 met betrekking tot de voormelde wet, werd het begrip «lenen van de sterke arm» nader gepreciseerd, in die zin dat de opdracht van de gevorderde politiedienst eruit bestaat de gerechtsdeurwaarder te beschermen tegen elke aanslag op zijn fysische integriteit en het nodige te doen opdat hijzelf de moeilijkheden en hinderpalen kan wegnemen die de uitvoering van zijn opdracht belemmeren.