« L'article 161, 1°bis, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, interprété comme réservant aux universités dépendant des Communautés, à l'exclusion des universités libres subventionnées par les Communautés, l'enregistrement gratuit des jugements et des arrêts portant leur condamnation, viole-t-il les articles 10, 11, 24, § 4, et 172 de la Constitution en ce qu'il crée une différence de traitement entre ces deux catégories d'universités sans qu'apparaissent des motifs objectifs et raisonnables justifiant pareille différence ?
« Schendt artikel 161, 1°bis, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, in die zin geïnterpreteerd dat het aan de universiteiten die van de gemeenschappen afhangen, met uitsluiting van de door de gemeenschappen gesubsidieerde vrije universiteiten, de kosteloze registratie voorbehoudt van de vonnissen en arresten waarbij zij worden veroordeeld, de artikelen 10, 11, 24, § 4, en 172 van de Grondwet, doordat het tussen die twee categorieën van universiteiten een verschil in behandeling teweegbrengt zonder dat er objectieve en redelijke motieven blijken te zijn die een dergelijk verschil verantwoorden ?