L'article 49 du Code des impôts sur les revenus (CIR 1992) stipule que « à titre de frais professionnels, sont déductibles les frais que le contribuable a faits ou supportés pendant la période imposable en vue d'acquérir ou de conserver les revenus imposables et dont il justifie la réalité et le montant au moyen de document probants ou, quand cela n'est pas possible, par tout autre moyen de preuve admis par le droit commun, sauf le serment ».
Artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB 1992) stipuleert het volgende : « Zijn als beroepsonkosten aftrekbaar : de onkosten die de belastingplichtige heeft gehad of gedragen gedurende de belastbare periode met het oog op het verwerven of bewaren van de belastbare inkomsten en waarvan hij het bestaan en het bedrag aantoont door middel van bewijskrachtige documenten of, als dat niet mogelijk is, door middel van andere bewijsmiddelen die worden toegelaten door het gemene recht, met uitsluiting van de eed».