2. Les animaux doivent être marqués aussitôt que possible, et en tout cas avant de quitter l’exploitation, à l’aide d’une marque auriculaire ou d’un tatouage permettant de rattacher ces animaux à l’exploitation dont ils proviennent et de faire référence à la liste visée à l’article 3, paragraphe 1, point a), ainsi qu’à tout document d’accompagnement devant faire mention de cette marque.
2. De dieren moeten zo snel mogelijk en in ieder geval voordat zij het bedrijf verlaten, worden gemerkt met een oormerk of een tatoeage aan de hand waarvan het bedrijf van herkomst kan worden vastgesteld en waardoor een verband kan worden gelegd met de in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde lijst; in de begeleidende documenten dient van dit merk melding te worden gemaakt.