1. Si un État membre exige une signature électronique avancée pour utiliser un service en ligne offert par un organisme du secteur public ou pour l’utiliser au nom de cet organisme, il reconnaît les signatures électroniques avancées, les signatures électroniques avancées qui reposent sur un certificat qualifié de signature électronique et les signatures électroniques qualifiées au moins dans les formats ou utilisant les méthodes définis dans les actes d’exécution visés au paragraphe 5.
1. Indien een lidstaat een geavanceerde elektronische handtekening vereist voor het gebruik van een door of namens een openbare instantie aangeboden onlinedienst, erkent die lidstaat geavanceerde elektronische handtekeningen, geavanceerde elektronische handtekeningen gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen, en gekwalificeerde elektronische handtekeningen, op zijn minst in de formaten of gebruikmakend van methoden die zijn gedefinieerd in de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandelingen.