Art. 3. L'article 46ter, § 1, F, du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 21 février 2010, est complé
té par un troisième alinéa rédigé comme suit : « Par dé
rogation à l'alinéa précédent, lorsqu'aucune cotisation n'est due après la fin de la période assimilée, le revenu fictif est égal au revenu professionnel visé à l'alinéa 1 multiplié par le coefficient obtenu en divisant la moyenne des indices mensuels des prix à la consommation pour l'année dans laquelle se situe la période assimilée p
...[+++]ar la même moyenne pour l'année à laquelle se rapporte la cotisation due" .
Art. 3. Artikel 46ter, § 1, F, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2010, wordt aangevuld met een derde lid, luidende: " In afwijking van het vorige lid, wanneer geen bijdrage verschuldigd is na het einde van de gelijkgestelde periode is het fictief inkomen gelijk aan de in het eerste lid bedoelde bedrijfsinkomsten, vermenigvuldigd met de coëfficiënt die bekomen wordt door het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfers der consumptieprijzen van het jaar waarin de gelijkgestelde periode gelegen is te delen door hetzelfde gemiddelde van het jaar waarop de verschuldigde bijdrage betrekking heeft" .