En application de l'alinéa 1 , le mode de calcul d
e l'augmentation du nombre de référence est déterm
iné comme suit : 1° lorsque le nombre de vêlages est sup
érieur au nombre de bovins femelles viandeux admissibles, une soustraction est opérée entre le nombre de vêla
ges recensés pour l'année 2013 ...[+++] et le nombre d'animaux admissibles recensés pour l'année
2013; 2° lorsque le nombre de jeunes
femelles recensées pour l'année
2013 divisé par le nombre de bovins
femelles viandeux admissibles est supérieur à 40 pourcent en
2013, le nombre de référence est augmenté selon la formule suivante : [(Nombre de jeunes
femelles) - 5] /3.
Overeenkomstig het eerste lid wordt de berekeningswijze van de berekening van het referentieaantal als volgt bepaald : 1° wanneer het aantal kalvingen hoger is dan het aantal toelaatbare vrouwelijke vleesrunderen wordt een aftrekking
verricht tussen het getelde aantal kalvingen voor het jaar 2013 en het getelde aantal toelaatbare dieren voor het jaar 2013; 2° wanneer het voor het jaar 2013 getelde totaal jonge vrouwelijke dieren gedeeld door het aantal toelaatbare vleesrunderen hoger is 40 % in 2013 wordt het referentieaantal als vol
...[+++]gt verhoogd : [(Aantal jonge vrouwelijke dieren) - 5] /3.