8. demande le passage à une approche stratégique interinstitutionnelle des futurs besoins immobiliers des institutions, de sorte que l'autorité budgétaire puisse prendre en compte, dans une évaluation transparente, l'ensemble du parc immobilier, présent et futur, et établir une position sur son mode de financement à long terme;
8. roept op tot het nemen van stappen in de richting van een interinstitutionele strategische benadering ten aanzien van de behoeften van de instellingen aan gebouwen in de toekomst, teneinde de begrotingsautoriteit in staat te stellen alle bestaande en toekomstige onroerend-goedverplichtingen op transparante en evaluatieve wijze te inventariseren en een standpunt te formuleren over hoe deze op de lange termijn moeten worden gefinancierd;