68. estime que le Conseil européen ne peut rester passif lorsqu'un des États membres viole les droits fondamentaux ou met en place des changements pouvant compromettre l'état de droit dans ledit pays et par conséquent l'état de droit au sein de l'Union européenne au sens large, en particulier quand la confiance mutuelle dans le système juridique et la coopération judiciaire sont menacées, au risque de retombées négatives pour l'Union elle‑même;
68. is van mening dat de Europese Raad niet passief kan blijven toezien in gevallen waarin een lidstaat de grondrechten schendt of wijzigingen doorvoert die tot aantasting van de rechtsstaat in dat land kunnen leiden en daarmee van de rechtsstaat in de Europese Unie als geheel, in het bijzonder indien het wederzijds vertrouwen in het rechtsstelsel en de juridische samenwerking bedreigd worden, aangezien dit nadelige gevolgen heeft voor de Unie zelf;