L'arrêté royal du 18 novembre 1996 en cause, confirmé par la loi du 13 juin 1997 précitée, procède de la volonté du législateur de « s'atteler activement au renforcement de l'efficacité du statut social des indépendants » en créant une protection contre les risques qui leur sont spécifiques (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 925/6, p. 5).
Het in het geding zijnde koninklijk besluit van 18 november 1996, bekrachtigd bij de voormelde wet van 13 juni 1997, gaat uit van de wil van de wetgever « om actief werk te maken van een grotere doelmatigheid van het sociaal statuut van de zelfstandigen » door hen te beschermen tegen de risico's die specifiek voor hen zijn (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 925/6, p. 5).