92. se réjouit de la baisse du chômage des jeunes, mais so
uligne que celui-ci reste à un taux inquiétant: 22 % dans l'UE-28 et 23,1 % dans la zone euro; met en évide
nce les différences préoccupantes entre États membres (7,8 % en Allemagne contre 56,3 % en Grèce en avril 2014); souligne qu
e la précarité de l'emploi et le sous-emploi sont également en hausse, et qu'ainsi, même quand ils trouvent un emploi, certains jeunes – 43 % en
...[+++] moyenne, contre 13 % pour les autres travailleurs – sont souvent confrontés à des conditions d'emploi précaires ou à des contrats à temps partiel non désirés; exprime également son inquiétude face au nombre croissant de jeunes chômeurs sans abri dans de nombreux États membres; 92. is verheugd over de daling van de jeugdwerkloosheid, maar wijst erop dat deze nog verontrustend hoog is: 22 % in de EU-28 en 23,1 % in de eurozone; vestigt de aandacht op de zorgwekkende verschillen tussen lidstaten (7,8 % in Duitsland en 56,3 % in Griekenland in april 2014); beklem
toont dat arbeidsonzekerheid en gedeeltelijke werkloosheid eveneens zijn toegenomen, en wijst erop dat een deel van de jongeren die wel werk vinden (gemiddeld 43 %, vergeleken met 13 % van de volwassen werknemers) genoegen moeten nemen met onzekere dienstverbanden of onvrijwillige deeltijdcontracten; geeft voorts uiting aan zijn bezorgdheid over het toe
...[+++]nemend aantal daklozen onder werkloze jongeren in vele lidstaten;