14. Les États Parties doivent veiller à ce que l'enseignement, la formation ou l'information du personnel civil ou militaire chargé de l'application de la loi, du personnel médical, des fonctionnaires et de toute personne pouvant intervenir dans la garde, l'interrogatoire ou le traitement de tout individu arrêté, détenu ou emprisonné soient conformes aux dispositions de la Convention (article 10).
14. De Verdragsluitende Staten moeten zorg ervoor dragen dat het onderricht, de opleiding en de voorlichting van met de wetshandhaving belast burgerpersoneel en militair personeel, van medisch personeel, van overheidsfunctionarissen of van anderen die betrokken kunnen zijn bij de bewaking, ondervraging of behandeling van een persoon die enige vorm van arrestatie, hechtenis of gevangenhouding ondergaat, geschiedt overeenkomstig het bepaalde in het Verdrag (artikel 10).