Les parents conservent l'usufruit légal, les compétences relatives à l'état de la personne de l'enfant placé et le droit de prendre des décisions portant sur des options fondamentales (voir P. Senaeve, Compendium van het personen- en familierecht, Acco, Louvain, 2004, p. 495).
Het ouderlijk vruchtgenot, de bevoegdheden in verband met de staat van de persoon van het kind en het beslissingsrecht inzake fundamentele opties blijven bij de ouders (Zie P. Senaeve, Compendium van het personen- en familierecht, Acco, Leuven, 2004, blz. 495).