Art. 33. Pour les agents de la carrière extérieure qui sont chef d'un poste, les entretiens suivants ont lieu au moyen d'une concertation écrite : 1° l'entretien de fonction; 2° l'entretien de planification; 3° le cas échéant, l'entretien de fonctionnement; 4° l'entretien d'évaluation.
Art. 33. Voor de ambtenaren van de buitenlandse carrière die hoofd van een post zijn, vinden de volgende gesprekken plaats door middel van een schriftelijk overleg : 1° het functiegesprek; 2° het planningsgesprek; 3° in voorkomend geval, het functioneringsgesprek; 4° het evaluatiegesprek.