2. Pendant une période n'excédant pas cinq ans à compter du 1er janvier 1993, les États membres peuvent affecter la pondération de 10 % aux obligations définies à l'article 22, paragraphe 4, de la directive 85/611/CEE et la maintenir pour les établissements de crédit lorsqu'ils le jugent nécessaire, afin d'éviter de graves perturbations sur leurs marchés.
2. Gedurende een periode van maximaal vijf jaar vanaf 1 januari 1993 mogen de lidstaten de wegingsfactor van 10 % toepassen op de obligaties bedoeld in artikel 22, lid 4, van Richtlijn 85/611/EEG en, indien zij zulks nodig achten, voor de kredietinstellingen handhaven, om een ernstige verstoring van de werking van hun markten te voorkomen.