« L'excusabilité reste une mesure de faveur accordée au débiteur qui, nonobstant sa faillite, peut être un partenaire commercial fiable dont le maintien en activité commerciale ou industrielle sert l'intérêt général » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/1, p. 36).
« Verschoonbaarheid is een gunst die aan de handelspartner wordt gegeven inzoverre hij, naar redelijke verwachtingen, een betrouwbare tegenpartij zal zijn wiens handels- of industriële activiteit het algemeen belang zal dienen » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, p. 36).