Sur l'équivalence du traitement entre, d'une part, les biens immobiliers affectés à l'exercice d'un culte public et, d'autre part, ceux affectés à l'assistance morale laïque, le ministre rappelle que pour l'exercice public d'un culte, on vise en fait les églises, les temples.
Wat de gelijke behandeling betreft tussen enerzijds de onroerende goederen bestemd voor het uitoefenen van een openbare eredienst en anderzijds die bestemd voor de vrijzinnige morele dienstverlening, herinnert de minister eraan dat wanneer men spreekt over het uitoefenen van een eredienst, men in feite kerken, tempels, enz. bedoelt.