Par dérogation à l'alinéa précédent, l'exonération est maintenue intégralement, à titre provisoire, au cours de la période précitée de cinq ans, si le nombre moyen mobile des membres du personnel employés en Région flamande, exprimé en unités à temps plein, calculé à la fin de chacune des premières cinq années suivant le décès, est au moins égal à 50 pour cent du nombre de membres du personnel, exprimé en unités à temps plein, au moment du décès.
In afwijking van het vorig lid blijft de vrijstelling voorlopig volledig behouden, tijdens genoemde periode van vijf jaar, indien het voortschrijdende gemiddelde aantal in het Vlaamse Gewest tewerkgestelde personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden, berekend op het einde van elk van de eerste vijf jaar na het overlijden, tenminste gelijk is aan 50 procent van het aantal personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden, op het ogenblik van het overlijden.