L'identification et l'encodage s'effectuent au moyen d'un microchip stérile qui est implanté chez l'animal (le « transpondeur ») et par l'encodage de données relatives à l'équidé et au détenteur dans la banque de données centrale (article 9).
De identificatie en de encodering gebeurt door middel van een steriele microchip die bij het dier wordt ingebracht (de zogenaamde transponder) en door de encodering van gegevens met betrekking tot de paardachtige en de houder in de centrale gegevensbank (artikel 9).