Sans cette distinction, la nomination par concordance aurait dû être fondée exclusivement sur la détention du diplôme, comme pour les autres membres du personnel enseignant des instituts supérieurs, ce qui aurait entraîné, excepté pour les porteurs d'un diplôme de docteur avec thèse ou pour les porteurs d'un diplôme de l'enseignement supérieur artistique du troisième degré, une nomination uniforme, par concordance, à la nouvelle fonction d'assistant, voire l'impossibilité de nommer à toute nouvelle fonction au cas où il ne serait pas satisfait à la condition de diplôme.
Zonder het gemaakte onderscheid diende de concordantie, zoals voor het andere onderwijzend hogeschoolpersoneel, louter te steunen op het diplomabezit, hetgeen zou hebben geresulteerd - behalve voor de houders van een diploma van doctor op proefschrift of voor de houders van een diploma van hoger kunstonderwijs van de derde graad - in een uniforme concordantie naar het nieuwe ambt van assistent, dan wel in de onmogelijkheid om te concorderen naar enig nieuw ambt, mocht aan het diplomavereiste niet zijn voldaan.