20. confirme ses préoccupations concernant la situation des droits de l'homme en Russie, ainsi que l'absence d'état de droit et d'un pouvoir judiciaire indépendant; se déclare particulièrement préoccupé par l'affaire Sergueï Magnitski, notamment en ce qui concerne l'impunité des personnes
dont la culpabilité dans la mort de ce dernier a été établie; prend acte du rapport publié en juillet 2011 par le Conseil pour les droits de l'homme du président Medvedev, qui apportait la preuve que l'arrestation de Sergueï Magnitski était illégale et que sa détention s'était accompagnée de coups et de tortures destinés à extorquer des aveux de culpa
...[+++]bilité; relève la décision prise en 2011 par le département d'État des États-Unis, le Foreign Office britannique et le Parlement néerlandais, à la suite de l'inaction des autorités russes, d'imposer une interdiction de visa à une soixantaine de fonctionnaires russes qui auraient été impliqués dans la mort de Sergueï Magnitski; 20. herhaalt zijn bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in Rusland en over het feit dat Rusland geen rechtsstaat is en geen onafhankelijke rechterlijke macht heeft; uit met name zijn ernstige bezorgdheid over de zaak Sergej Magnitski, onder meer het feit dat diegenen die schuldig zijn bevonden aan zijn dood, niet worden bestraft; neemt kennis van het in juli 2011 verschenen verslag van de Mensenrechtenraad van president Medvedev, waarin bewezen wordt dat Sergej Magnitski onrechtmatig is gearresteerd en dat hij tijdens zijn gevangenhouding is geslagen en gemarteld om hem een schuldbekentenis te ontlokken; wijst erop dat het Amerikaanse en het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nederlandse parlement in 2011 naar aanleiding
...[+++] van het nalatig optreden van de Russische autoriteiten hebben besloten niet langer visa te verstrekken aan 60 Russische functionarissen tegen wie de verdenking bestaat dat ze betrokken zijn geweest bij de dood van Sergej Magnitski;