8. réaffirme que la PCP doit assurer la pérennité de la pêche pour que l'industrie soit capable de contribuer à la sauvegarde de la viabilité socioéconomique des communautés côtières, de façon à garantir l'approvisionnement de la population en poisson, ainsi que la souveraineté et la sécurité alimentaires, le maintien de l'emploi et l'amélioration des conditions de vie des pêcheurs, et à assurer ainsi un développement durable des régions côtières qui sont les plus tributaires de la pêche;
8. herhaalt dat het gemeenschappelijk visserijbeleid de duurzaamheid op lange termijn van de visserij moet verzekeren zodat de sector kan bijdragen aan de veiligstelling van de sociaaleconomische levensvatbaarheid van kustgemeenschappen en zodat de sector, door het publiek van aanvoer van vis te voorzien, de autonome voedselsituatie en -veiligheid te waarborgen, de werkgelegenheid te verdedigen en de levensomstandigheden van de vissers te verbeteren, en een duurzame ontwikkeling kan verzekeren van de kustgebieden te verzekeren die grotendeels van de visvangst afhankelijk zijn;