2. Le paragraphe 1, alinéa 2, prévoit une cause d'irrecevabilité, à savoir l'existence d'une procédure de conciliation dont l'Institut aurait été saisie, conformément à l'article 75, § 8, de la loi du 21 mars 1991.
2. Paragraaf 1, tweede lid, voorziet in een grond van niet-ontvankelijkheid, te weten het bestaan van een verzoeningsprocedure die, overeenkomstig artikel 75, § 8, van de wet van 21 maart 1991, bij het Instituut zou zijn aangebracht.