20. souligne que le développement durable doit être considéré comme un élément central de la RRC; considère qu'aucun progrès à long terme ne peut être accompli si les causes sous-jacentes qui augmentent la vulnérabilité des communautés ou des individus, à l'instar de la mauvaise gestion environnementale, de l'insuffisance des infrastructures, de la dégradation des sols ou de la mauvaise planification urbaine, ne sont pas prises en ligne de compte;
20. benadrukt dat duurzame ontwikkeling als een essentieel onderdeel van de beperking van het risico op rampen moet worden beschouwd; erkent dat er enkel duurzame vorderingen kunnen worden geboekt als de onderliggende factoren die gemeenschappen of individuen kwetsbaarder maken, zoals slecht milieubeheer, gebrekkige infrastructuur, bodemdegradatie en slechte ruimtelijke ordening, worden aangepakt;