L'intervenant demande tout d'abord pourquoi l'article 63, § 4, alinéa 1 , proposé, de la Constitution parle des « intérêts légitimes des néerlandophones et des francophones » au lieu des intérêts légitimes des néerlandophones « ou » des francophones.
Ten eerste vraagt spreker waarom er in het voorgestelde artikel 63, § 4, eerste lid, van de Grondwet, sprake is van de « gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen », en niet van de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen « of » de Franstaligen.