3. Les décisions de financement ainsi que les accords et les instruments d’application qui en découlent prévoient expressément que la Cour des comptes et l’OLAF peuvent, si besoin est, effectuer des contrôles sur place auprès des bénéficiaires des crédits de l’Office ainsi qu’auprès des agents responsables de l’attribution de ces crédits.
3. De financieringsbesluiten, en de akkoorden en toepassingsinstrumenten die daaruit voortvloeien, bepalen uitdrukkelijk dat de Rekenkamer en OLAF zo nodig een controle ter plekke kunnen uitvoeren bij de begunstigden van de fondsen van het Bureau en bij de personeelsleden die bevoegd zijn voor de toewijzing van deze fondsen.