8. insiste sur le fait que le budget 2016 doit procurer les ressources nécessaires au respect des engagements qui ont déjà été pris et à la réalisation des actions prioritaires de l'Union pour 2016, et souligne que la réduction estimée des retards de paiements intermédiaires et leur limitation à une durée minimale ne seront possibles que si le budget 2016 prévoit un niveau suffisant de crédits de paiem
ent; demande que l'échéancier de paiement approuvé fin mai par le Parlement, le Conseil et la Commission, conformément à la déclaration commune du Parlement et du Conseil de décembre 2014 dans le cadre de l'accord obtenu sur les budgets 20
...[+++]14 et 2015, soit mis en œuvre sans plus tarder; espère que la Commission fournira, dès que possible, davantage de précisions sur les actions concrètes à entreprendre; répète qu'il est important de répondre à ce problème de façon adéquate et efficace, étant donné que l'accumulation de paiements en souffrance nuit à la crédibilité, à l'efficacité et à la viabilité de la politique, puisque cette accumulation a une incidence négative sur les budgets des États membres; 8. wijst er nadrukkelijk op dat de begroting 2016 moet voorzien in de nodige middelen om de reeds aangegane verplichtingen na te komen en de beleidsprioriteiten van de Unie voor 2016 toe te passen, en onderstreept dat de geraamde verlaging van de betalingsachterstand en een minimale vertraging bij tussentijdse betalingen alleen mogelijk zullen zijn als er op de begroting voor 2016 voor voldoende betalingskredieten wordt gezorgd; dringt erop
aan dat het betalingsplan dat eind mei is goedgekeurd door het Parlement, de Raad en de Commissie in overeenstemming met de gezamenlijke verklaring van het Parlement en de Raad in december 2014 in he
...[+++]t kader van de overeenkomst over de begrotingen voor 2014 en 2015, zonder verdere vertraging ten uitvoer wordt gelegd; verwacht dat de Commissie zo snel mogelijke nadere details verschaft over de concrete maatregelen die moeten worden genomen; onderstreept dat deze situatie op passende en doeltreffende wijze moet worden aangepakt, aangezien de ophoping van openstaande betalingen de geloofwaardigheid, doeltreffendheid en duurzaamheid van het beleid in het gedrang brengt vanwege de negatieve gevolgen die een dergelijke ophoping heeft voor de begrotingen van de lidstaten;