A cet égard, les travaux préparatoires de la loi du 10 juin 2001 qui modifia, notamment, les articles 5 et 6 de la loi du 10 avril 1990 pour é
tendre la liste des délits qu'ils visent et y inclure ceux conduisant leur auteur à se voir condamnés à un emprisonnement d'au moins trois mois du chef de coups et blessures volontaires, indiquent : « Art. 5. [...] La pratique a démontré qu'il est essen
tiel de compléter l'énumération contenue à l'article 5, alinéa 1 , 1° de la loi par un certain nombre de délits qui sont considérés comme part
iculièreme ...[+++]nt graves dans le chef de personnes qui exercent des activités dans le cadre de la présente loi.In dat verband stelt de parlementaire voorbereiding van de wet van 10 juni 2001 waarbij met name de artikelen 5 en 6 van de wet van 10 april 1990 werden gewijzigd om de lijst van de erin beoogde misdrijven uit te breiden en daarin diegene op te nemen die leiden tot de veroordeling van de pleger ervan tot een gevangenisstraf van minstens drie maanden wegens opzettelijke slagen en verwondingen : « Art. 5. [...] De praktijk heeft uitgewezen dat het essentieel is de opsomming, vervat in artikel 5, eerste lid, 1° van de wet, aan te vullen met een aantal misdrijven die bijzonder zwaarwichtig geacht worden uit hoofde van personen, die activiteiten uitoefen
en in het kader van deze wet ...[+++].