Il s'ensuit, entre autres, que s
ans préjudice de la décision-cadre du Conseil 2002/584/JAI, l'État membre d'exécution peut s'assurer de l'existence de motifs de refus, conformément aux dispositions visées à l'article 9, y inclus le contrôle de la double incrimination pour autant que l'État d'exécution ait fait une déclaration conformément à l'article 7, paragraphe 4, comme condition préalable à la reconnaissance et à l'applicat
ion de la décision, afin d'examiner s'il convient de remettre la personne ou d'appliquer la condamnation dans
...[+++] les cas relevant de l'article 4, paragraphe 6, de ladite décision-cadre.
Dit betekent onder meer dat, onverminderd Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad, de tenuitvoerleggende lidstaat kan nagaan of er weigeringsgronden in de zin van artikel 9 voorhanden zijn, en meer bepaald dat hij, indien door hem een verklaring in de zin van artikel 7, lid 4 is afgelegd, in de gevallen bedoeld in artikel 4, lid 6 van genoemd kaderbesluit, alvorens de beslissing te erkennen en ten uitvoer te leggen kan onderzoeken of er wel sprake is van dubbele strafbaarheid, zodat overlevering van de betrokkene of tenuitvoerlegging van de sanctie te overwegen is.