3° le propriétaire ou le gestionnaire maintient le caractère ouvert de la pelouse ou de la lande pendant quinze ans à dater de l'octroi de la subvention, par débroussaillage ou fauche ou par l'établissement d'un programme de pâturage extensif, approuvé sur base d'un rapport scientifique par le directeur de la Direction extérieure du Département de la Nature et des Forêts.
3° de eigenaar of de beheerder moet het open karakter van het grasland of de heide behouden gedurende een periode van vijftien jaar te rekenen vanaf de toekenning van de toelage, door de verwijdering van het struikgewas of het maaien of door de vaststelling van een programma van extensieve begrazing dat op basis van een wetenschappelijk verslag van de directeur van de Buitendirectie van het Departement Natuur en Bossen wordt goedgekeurd.