f) pour la période postérieure à la date à laquelle l'ancien fonctionnaire visé au point e) aurait cessé d'avoir droit à l'indemnité, le montant de la pension d'ancienneté à laquelle l'intéressé, demeuré en vie, aurait eu droit si, à cette date, il avait réuni les conditions d'âge requises pour l'ouverture de ses droits à pension, ce montant étant augmenté et diminué des éléments visés au point b).
f) voor de periode na de datum waarop de onder e) bedoelde gewezen ambtenaar niet langer recht op de vergoeding zou hebben gehad, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven recht zou hebben gehad, indien hij op die datum aan de leeftijdsvoorwaarden had voldaan om gepensioneerd te worden, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b).