J’écris ces lignes avec une certaine fierté d’appartenir à un État membre qui, prochainement, sur proposition de son président, le Président de la République française, M. Jacques Chirac, et grâce à la sagesse de ses parlementaires, devrait inscrire dans sa Constitution l’interdiction de la peine de mort, laquelle figure déjà dans la loi.
Terwijl ik dit schrijf, voel ik een zekere mate van trots dat ik onderdaan ben van een lidstaat die op voorstel van zijn president, de President van de Franse Republiek, de heer Chirac, en met de verstandige medewerking van de gekozen volksvertegenwoordigers, binnenkort zijn Grondwet zal herzien om een verbod op de doodstraf op te nemen (deze straf is reeds bij de wet verboden).