En revanche, lorsque les services de police n'ont pas de raison de considérer une personne comme suspecte d'avoir commis l'infraction au sujet de laquelle ils mènent une enquête, les aveux spontanés faits par cette personne alors qu'elle n'avait pas bénéficié de l'assistance d'un avocat ne constituent pas une atteinte aux droits qu'elle tire de l'article 6 de la Convention (CEDH, 19 janvier 2012, Smolik c. Ukraine, §§ 54-55).
Daarentegen, wanneer de politiediensten geen redenen hebben om een persoon ervan te verdenken het misdrijf te hebben gepleegd met betrekking tot hetwelk zij een onderzoek voeren, vormen de spontane bekentenissen van die persoon, terwijl die geen bijstand van een advocaat had genoten, geen aantasting van de rechten die hij haalt uit artikel 6 van het Verdrag (EHRM, 19 januari 2012, Smolik t. Oekraïne, §§ 54-55).