En effet, il faut laisser la plus grande latitude aux magistrats de parquet et du siège pour apprécier la situation de faiblesse d'une personne, qu'elle soit permanente, temporaire, passagère ou continue.
De parketmagistraten en de magistraten van de zetel moeten immers over een zo groot mogelijke bewegingsvrijheid beschikken om de toestand van zwakte van een persoon in te schatten, ongeacht of die zwakte permanent, tijdelijk, van voorbijgaande dan wel blijvende aard is.