Les greffiers, secrétaires, greffiers-chefs de service et secrétaires-chefs de service qui, au moment de l'entrée en vigueur de la loi du 10 avril 2014, sont nommés à titre définitif et disposent d'un ancienneté de grade ou de classe d'au moins 10 ans, sont réputés de remplir les conditions visées à l'art. 262 § 3 C.J. pour autant qu'au moment de l'entrée en vigueur de la prése
nte loi, ils soient lauréats d'une sélection comparative de promotion à la classe A3 visée à l'article 262 § 2 et pour autant que la durée de
validité de ladite sélection n'ait pas expiré. ...[+++]
De griffiers, secretarissen, griffiers-hoofden van dienst en secretarissen-hoofden van dienst die op het tijdstip van de inwerkingtreding van de wet van 10 april 2014 vastbenoemd zijn en beschikken over een graadanciënniteit of klassenanciënniteit van ten minste 10 jaar, worden geacht te voldoen aan de voorwaarden opgenomen in art. 262 § 3 Ger. W. voor zover zij op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet geslaagd zijn in een vergelijkende selectie voor bevordering naar de klasse A3 bedoeld in artikel 262 § 2 van het Gerechtelijk Wetboek en voor zover de geldigheidsduur hiervan niet verstreken is.